C jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

GOEDE VRIJDAG 1987

Toen Jezus van Nazareth op het kruis gestorven was en toen hij door een paar mensen provisorisch in het graf van een ander was gelegd -hij was tenslotte ook al in de stal van een ander geboren- toen iedereen naar·huis was gegaan -want het leven gaat altijd door- toen het allemaal was volbracht- toen was er nog één ding wat ontbrak.

Het lijden van Christus, dat een overgang was; van dood naar leven, dat lijden van Christus moest in de volgende generaties in elke generatie opnieuw, en in elke generatie ook anders worden voortgezet.

In de put waarin het kruis had gestaan, had men een bordje kunnen plaatsen: Wat hier is gebeurd, dat zal worden voortgezet.

Maar dat wisten ze toen, op die eerste goede vrijdag, waarschijnlijk nog niet.

Paulus was de eerste die dat zag. Of althans de eerste die het heeft opgeschreven. In een brief aan de mensen van Kolosse (1:24 vgl II Kor 1:5) zegt hij daar iets over. Denkend aan al de·pijn, de angst, de zorg, de moeheid en de kommer die hij op zich heeft genomen, die hij te dragen heeft, bij zijn werk: het doorgeven van Christus boodschap aan mensen, zegt hij:

Ik vul aan, in mijn vlees, wat eraan Christus lijden nog ontbreekt, ten bate van zijn Lichaam dat de Kerk is.

In dat lijden van Christus lijdt de Christus voort.

En door dat lijden, wordt er een nieuwe mens, een nieuwe wereld geboren.

Want lijden is, christelijk gezien, geboortepijn.

 

In elke generatie is dat aan te wijzen. Dat lijden van Christus dat in mensen wordt voortgezet.

En soms zijn er ook mensen die het kunnen verwoorden wat er in dat lijden aan het gebeuren is.

Zo iemand was bv Blaise Pascal. (+1662)

Hij leefde in een overgangstijd: de oude wereld, de wereld van de Middeleeuwen, was voorbij. Door de nieuw opkomende wetenschap en de techniek werd een totaal andere wereld geboren. Pascal, die een groot wiskundige en natuurkundige was, en die meemaakte hoe het heelal steeds verder werd verkend, werd daardoor door angst aangegrepen: angst voor het nieuwe, het onbekende. Hij zei 'ooit: de stilte van deze eindeloze werelden die niets van mij afweten en zich om mij niet bekommeren, boezemt me angst in.

Hij was bovendien verbonden met een groepering van kristenen die erg zwaar op de hand waren. De jansenisten waar hij toe behoorde, vonden toch al dat er niet veel was om te lachen, en dat je beslist niet iedere dag van vreugde het moest uitgieren. Pascal en zijn omgeving hebben de angst en de pijn van het nieuwe gekend.

En daarom formuleerde hij dat voor tijden van Christus zo:

Christus ligt in doodsstrijd tot aan het einde van de tijden. Jésus sera en agonie jusqu'a la fin du monde. Il ne faut pas dormir pendant ce temps-là. (Pensées. Ed. Brunschvicg p. 198)

In de angst en in de pijn van die generatie werd het kruis van Christus verder gedragen, opdat daaruit het leven opnieuw geboren zou kunnen worden

Want lijden is, christelijk gezien, geboortepijn. Al kun je dat waarschijnlijk alleen maar stotterend zeggen, en dan nog op momenten dat je zelf niet al teveel met dat lijden te maken hebt.

In de generatie die vlak voor de onze ligt, heeft André Malraux, een bekend Frans letterkundige en ooit minister van cultuur onder De Gaulle, dat verwoord in zijn Antimémoires, in verband met mensen uit zijn omgeving, die in een concentratiekamp hadden gezeten.

Hij vertelt hoe een priester, die daar ook was terecht gekomen, het lijden van die mensen ziet als het lijden van Christus dat wordt voortgezet.

Die priester loopt de staties van de kruisweg langs, en hij laat zien, hoe zij zelf, zij die daar nu leven, diezelfde kruisweg gaan.

Zijn preek begint ongeveer zo:

Men heeft hem een kruis op zijn schouders gelegd. Van dat kruis dat wij hier dragen, dat mag je van me aannemen, maakt hij ergens één groot kruis.

En toen is hij gevallen voor de eerste keer. Ieder van ons heeft dat zelf ook ooit meegemaakt.

Iemand die Simon heette heeft hem geholpen om zijn kruis te dragen. Zo'n Simon hebben wij zelf ook allemaal ooit ontmoet.

En een vrouw heeft zijn gezicht een beetje gereinigd en afgedroogd. Zo iemand hebben we zelf ook wel ontmoet. Toen we uit Parijs werden weggevoerd, vanuit de gare de l' Est, was daar niet zo heel veel volk. Wel stonden er de verkopers van mugets, van lelietjes van dalen, want het was begin mei. En die verkopers zijn dan ook naar ons toe gekomen, en ze hebben ook aan ons mugets gebracht. En de mensen die daaromheen stonden en dat zagen, hebben toen ineens de hele voorrad gekocht.

Hij is voor de tweede keer gevallen. Dat is ons ook wel gebeurd. En hij heeft de vrouwen die hem vanuit Jerusalem waren gevolgd, getroost. Zowel inde gevangenis van Fresnes als hier, hebben velen van ons aanzienlijke risico's genomen om de nieuwaangekomenen te troosten, met klopsignalen tegen de muur. Moge God aan elk van ons de genade verlenen zijn kameraad te kunnen troosten.

( .. )

Hij is nog een derde keer gevallen, en toen hebben ze hem aan het kruis geslagen, en hij is gestorven. Hij is toen in een graf gelegd.

Ook dat is ons niet vreemd. Want hier vlak tegenover zijn ze bezig met een tweede gaskamer te bouwen.

En de priester zei: Wat ik verteld heb, dat is de kruisweg.

Toe ik nog maar pas in de gevangenis was, zei de aalmoezenier tegen me: Het voornaamste is dat je niet wanhoopt. Dat je niet aan God gaat twijfelen.

Zo is dat lijden van Christus voortgezet, inde generatie die vlak voor ons kwam: als een lijden dat christelijk gezien -en het is toch verre van vanzelfsprekend, en je kunt het beter niet te zelfzeker en te welsprekend zeggen -een lijden dat christelijk gezien dan toch iets is als geboortepijn.

 

Dat lijden wordt ook nu, in de generatie die de onze is, voortgezet.

Het trof me dat er in de kathedraal van Canterbury, een jaar of tien geleden een aparte kapel is ingericht als een plaats van gedachtenis voor al de heiligen en de martelaren van deze tijd.

In de tekst die daar ter plaatsen is aangebracht, zeggen ze: het gaat hier om miljoenen mensen. En de meesten zijn onbekend. Hen allen hebben we hier willen gedenken. Als voorbeeld nemen ze dan een aantal namen van mensen die wel bekend zijn: de naam van Dietrich Bonhoeffer staat daar op en die van Edith Stein, de naam van twee Russische patriarchen die zijn omgebracht, en die van een anglicaanse bisschop die, in Oeganda door ldi Amin werd uit de weg geruimd.

En de laatste naam die aan dit lijstje was toegevoegd, was die van aartsbisschop Oscar Romero, van El Salvador.

Het lijden van Christus wordt voortgezet, ook nu, ook onder ons.

En wat onszelf betreft, u en ik -daarover heb ik bij het overwegen van de tekst van Paulus aan de mensen van Kolosse dit gedacht

Het heeft me steeds weer getroffen dat elke mens uniek is. Geen twee mensen zijn hetzelfde of dezelfde. leder mens is onherhaalbaar, onverwisselbaar, hij of zij is er maar één keer.

En misschien zet in elk van ons, onherhaalbaar en uniek, Christus zijn leven en zijn lijden voort. En langs die weg worden wij dan opnieuw geboren.

 

Als wij een mens begraven, dan buigt aan het einde van de dienst, de priester zich voor dat dode lichaam, en hij besprenkelt het met wijwater, en bewierookt het. Ik heb dat in het voorbije jaar voor mijn vader mogen doen.

Ik vind dat een prachtig symbool: het is een soort eerbewijs, aan de Geest van God, die in deze mens heeft gewoond.

En soms buig ik me ook voor een levend mens. Soms is een mens zo zichtbaar door het leed getekend, dat het kruis van Christus daardoor plots vlakbij je kan zijn.

Op die manier vult die mens aan, wat er aan Christus lijden nog ontbreekt:

Geboren wordt in hem of haar langs deze weg een nieuwe mens.

Beeld en gelijkenis van Hem die leeft.

Want alle lijden is, in een christelijk perspectief, het perspectief van Christus dood, geboortepijn: geboorte van een nieuwe mens.

Amen.

 

Marcel Heyndrikx SVD

De tekst van Malraux is niet letterlijk vertaald. Hij staat in: Le miroir des Limbes. Lazare, maar is later in het volledig werk opgenomen onder de titel La corde et le souris, en is daarvan te vinden in laatste hoofdstuk. (cf stadsbib Leuven, ook in het Nederlands aanwezig. Malraux: De spiegel van het voorgeborchte, p. 93.

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.